In 2013 is de beroepsopleiding advocatuur behoorlijk op de schop gegaan. Daar was ook wel enige aanleiding voor. Het niveau van de beroepsopleiding was in de ogen van velen onder een aanvaardbaar niveau en ging niet of nauwelijks het niveau van de universiteit voorbij.

Met de nieuwe opleiding is niet alleen het niveau verhoogd maar de intensiteit van de opleiding en een andere manier van tentamineren. Zaken waar niet alleen de kantoren aan moesten wennen, maar ook de docenten en de nieuwe aanbieder van de beroepsopleiding.

De eerste lichting die de beroepsopleiding nieuwe stijl volgden, noemden zichzelf ook ”de proefkonijnen”. Zeker in het eerste jaar waren de klachten niet van de lucht. Jonge balies stuurden zeer pittige brieven naar de orde van advocaten. En daar bleef het niet bij. Op vergaderingen van de orde werden uit de meest uiteenlopende hoeken zeer tot zeer kritische vragen gesteld. En dat is ook niet zo vreemd.

Aansluiting advocatenpraktijk

De beroepsopleiding sluit feitelijk niet meer aan bij de werkelijkheid uit de advocatuur. Zeker bij de grote kantoren wordt al heel snel zeer specialistisch gewerkt. Het is dan een hele grote belasting, wanneer jij je moet verdiepen in vakken waar je in de dagelijkse praktijk, helemaal niets meer mee te maken hebt. Aan de andere kant is er natuurlijk ook heel veel te zeggen voor de eisen van de orde. Dezelfde gespecialiseerde advocaat, staat het na het voltooien van de stage namelijk vrij, om een bord op de deur te schroeven om een algemene praktijk te voeren.

Wat ik echter totaal niet begrijp is dat de orde niet wat flexibeler omgaat met het drie strikes out systeem en dat dan met name gecombineerd met de wijze van toetsen. Wat ik nu zie is dat advocaat-stagiaires totaal gestrest naar de toets gaan, want als men een bepaald vak niet haalt, dan dienen zij de advocatuur te verlaten. Dit terwijl zij in de praktijk prima als advocaat functioneren.

Jaarrekeninglezen

Een mooi voorbeeld daarvan, is uiteraard het vak jaarrekeninglezen. Een crime voor bijna alle advocaat-stagiaires en voor de dagelijkse praktijk van uitermate ondergeschikt belang. Boekhoudkundig en cijfermatig inzicht is een zeldzaamheid onder juristen. Dat merk je dus in het aantal mensen dat in één keer het vak jaarrekeninglezen haalt. Eén keer niet halen is niet erg. Een tweede keer niet halen wordt al veel vervelender. Bij de derde kans komen er namelijk andere factoren om de hoek kijken en dat is bijvoorbeeld de druk van het moeten halen. Falen is geen optie meer want anders is het einde oefening, bye bye advocatuur.

Toch dienen alle derdekansers met veel stress in hun lichaam aan te schuiven bij de overige advocaat-stagiaires en weigert de orde bijvoorbeeld de mogelijkheid van een mondelinge herkansing aan te bieden. Zonde! De orde ontneemt zich hierbij een kans om te laten zien dat zij daadwerkelijk kijkt naar de belangen van de advocaat-stagiaires en neemt hier willens en wetens het risico dat prima advocaten de advocatuur moeten verlaten.

Advies

Ons advies is dan ook om om alles op alles te zetten bij de eerste herkansing. Stop daar maximaal tijd en moeite in. Wij helpen de advocaat-stagiaire met alle liefde om de beroepsopleiding te halen.